Het origineel heb ik gevonden op
Vertaald door Rianne Gielen.
*..* = herhalen wat hiertussen staat.
(..) = haak wat hiertussen
staat in 1 steek of lossenboog.
vls = stokje in de voorste
lus.
rst = reliƫf stokje ( stokje
om het stokje van de aangegeven toer)
De eerste vaste = 1 losse
De eerste halve vaste = 2 lossen
Het eerste stokje = 3 lossen
Het eerste dubbel stokje = 4
lossen
- Met geel: Maak een magische ring met 12 stokjes erin.
2 2. ( 1 stokje,vls ) 12 keer. 12 steken
3 3. 2 stokjes in een steek, 1 stokje* 12 keer. 36 steken
4 4. Met oranje: * 2 vasten,
rst in vls van toer 2* 12 keer 36 steken
5 5. * 2 stokjes in 1 stokje, 2 stokjes* 12 keer 48
steken
6 6. Met rood: *3 vasten, rst in toer 4 * 12
keer 48 steken
|
7. *
2 stokjes in 1 stokje, 3 stokjes* 12
keer 60 steken
8 8.Met
licht blauw. ( dubbel stokje,
stokje), 13 stokjes, ( 1 stokje, 1 dubbel stokje), 3 lossen, * (dubbel stokje,
stokje), 13 stokjes, ( stokje, dubbel stokje), 3 lossen.* 3 keer
9. *
17 stokjes, 2 stokjes in lossenboogje, 2 lossen, 2 stokjes in boogje, * 4 keer
10. Donker
blauw. * 21 halve stokjes,
3 halve stokjes in boogje* 4 keer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten